FanFiction wiki
Advertisement

Proloog

Op een zonnige en mooie dag was Ash samen met Janus aan het trainen. Deze laatste legde net aan Ash een ingewikkelde beweging uit, maar enkele seconden later werden ze gestoord. Natasa, een van de hofnimfen. Ze sprak de twee aan en liet weten dat de koniging, Ash' moeder, hen verzocht om naar haar hoofdkwartier te komen.

Ash en Janus liepen Elf door en enkele seconden later arriveerden ze bij het hoofdkwartier van de Seeliekoniging. Aangekomen in haar kwartier legde de koniging aan Ash uit dat ze zou willen dat hij ging spioneren in het Instituut van New York. Ash was meteen hoopvol: zo kon hij eindelijk zijn tante en zijn aangetrouwde oom beter leren kennen. Janus begon te protesteren en zei dat hij mee wilde, maar Ash zei dat hij dit beter alleen kon doen. De twee begonnen een heftige discussie, maar snel werden ze het zwijgen opgelegd door een blik van de koniging. Beiden gingen uiteindelijk terug naar hun eigen kamer. Eenmaal daar liet Ash zich op het bed neerzakken en dacht na. Dit zou weleens zijn kans kunnen zijn om eindelijk van zijn perfecte loyaliteit spreuk verlost te raken. Het kon op geen enkele manier nadelig voor hem uitpakken. Iedereen deed toch wat hij wilde, dus waarom niet ervoor zorgen dat het juist aangewend werd?

Hoofdstuk 1: Het vertrek

De volgende morgen begon Ash wat rantsoen in te pakken voor zijn reis naar het instituut van New York. Hij deed dit in het geniep want hij wilde niet dat iemand in Elf erachter kwam dat hij vertrok. Eens hij zijn rantsoen had, begon hij te lezen in zijn schaduwjagerscodex, een cadeau van Janus.

Hij las door totdat hij bij het stuk kwam dat over heksenmeesters ging en besefte meteen dat hij een van de krachtigste heksenmeesters nodig zou hebben, en het zwarte boek der doden om de perfecte loyaliteitsspreuk opgelegd door de Onseelie (hij had een tijdje gewoond aan het hof van de Onseelie, nadat hij ontvoerd was geweest door de Onseelie koning**) , koning te breken. Hij zocht koortsachtig in zijn herinneringen, totdat hij de naam Magnus Bane tegenkwam.

Hij wist van de geschiedenislessen die hij had gekregen van Janus dat Magnus een van de krachtigste heksenmeesters was die ooit op Aarde hadden rondgelopen. Hij had hem ooit verteld dat Magnus was gestorven in zijn thuisdimensie Thule**, maar niet in alle dimensies

Toen het tegen middernacht liep, pakte Ash zijn puntjeszak waar zijn rantsoen in zat. Hij nam zijn zwaard Heosphoros, dat Janus uit zijn eigen dimensie had meegenomen, mee. Ash wist dat hetzelfde zwaard in zijn eigen dimensie was vernietigd toen zijn tante zijn vader doodde nadat ze hemels vuur in het zwaard had weten op te sluiten***. Dit nadat het vuur maandenlang door zijn aangetrouwde ooms aders was gevloeid, en dat dan weer kort nadat Clary Jace had bevrijd van zijn gedwongen band met zijn vader.

Ash vertrok naar de stallen waar de elfenpaarden stonden en koos zijn lievelings paard uit: een krachtige volbloed zwarte merrie met een witte ster op haar voorhoofd. Hij deed haar een bitloos hoofdstel om en begon snel te reizen door Elf. Hij reed door totdat hij bij het maan pad aankwam, een pad dat je overal naar toe kon brengen.

Hij steeg af en benaderde de wachter, die nors vroeg waar hij naartoe ging, maar deze vroeg niet door toen de wachter binnen het bereik van zijn opgelegde loyaliteitsspreuk kwam. Hij gaf de merrie een zachte tik op haar flank, waarna de merrie rustig weg galoppeerde, terug naar haar stal.

Hij nam het pad en hield zijn bestemming in gedachten. Het bracht hem tot aan de rand van New York City, waar hij snel snel runen voor onzichtbaarheid aanbracht; deze branden verschrikkelijk op zijn huid. Het had hem maanden van training met Janus en zijn andere leraren gekost voordat zijn huid eindelijk runnen kon verdragen, dit omdat hij maar gedeeltelijk een schaduwjager was, via zijn vader. Eens de runnen hun werk begonnen doen, ontvouwde hij zijn zwarte vleugels met zilverwitte aftekeningen en ging vanuit de lucht op zoek naar een glimp van Magnus.

Zijn oren vingen bijna een onhoorbaar geluid op van een feestje; hij vloog richting het geluid en kwam uiteindelijk uit bij Magnus en Alecs appartement. Hij zette de daling in. Vlakbij de voordeur landde hij. Ash vouwde zijn vleugels op en trok aan de handvormige bel die bij de voordeur hing. Een hoog en schel geluid verstoorde de nachtrust.

Ash wachtte enkele minuten, waarna Magnus met zijn kattenogen de deur opendeed. De heksenmeester was verbijsterd en wou de deur in zijn gezicht toeslagen, maar Magnus stopte met deze beweging nadat hij binnen het bereik van Ash perfecte loyaliteitsspreuk kwam. Ash vertelde wat hij wilde, waarna Magnus hem onmiddellijk hulp aanbood en Ash vervolgens een van zijn logeer kamers wees om te slapen.

De volgende ochtend ontmoette Ash eindelijk Alec, net als hun geadopteerde kinderen****. Hij, Magnus en Alec deelden samen het ontbijt, waarna Magnus zijn enorme bibliotheek in dook. Alecs telefoon ging luid af. Ash vroeg aan Alec wie het was. De jongeman antwoorde niet meteen, maar vloekte luid ‘vervloekt ’ zei hij: 'Er zijn een stel verslinders los, ik moet Clary, Jace, Izzy en Simon gaan helpen.' Hij vertrok nog voordat Ash zijn mond kon opendoen.

Hoofdstuk 2: Een onverwachte ontmoeting

Ash had geen zin om bij Magnus te blijven en besloot om Alec achterna te gaan. Hij bracht nieuwe onzichtbaarheids runnen op zijn arm aan. Eenmaal buiten ontvouwde hij opnieuw zijn vleugels en ging Alec, Jace, Simon, Isabel en Clary zoeken. Hij moest niet lang zoeken; hij vond zijn tante, Jace en de anderen al snel en zag dat ze een groep verslinders achterna zaten op het dak van een gebouw.

Clary, Jace, Isabel, Alec en Simon zaten te midden van een gevecht met verslinders. Ze sloegen de ene na de andere demon neer. Parabatai vochtten zij aan zij en ze doodden uiteindelijk alle demonen. Juist als ze dachten dat het voorbij was, verscheen er nog een. De groep was net niet snel genoeg maar Ash wel, hij doorkliefde de demon met zijn zwaard. Onze vijf vrienden vingen nog een glimp op van een half volgroeide zestienjarige jongen. Het ging te snel om hem te herkennen.

Opgelucht dat het voorbij was gingen Jace, Clary, Simon en Izzy (die zelf net zwanger was van haar en Simons eerste kindje) terug op weg naar het Instituut. Daar aangekomen gingen Jace en Clary rechtstreeks naar de kamer van Dawn, nadat Jace iets had gehoord in de gang, die leidde naar zijn dochters kamer. Clary op zich was bezorgd; ze was al bang dat ze een demon zou aantreffen in haar vier maanden oude dochters kamer, Jace dacht er net zo over desondanks dat Dawn nog geen week geleden het beschermend ritueel had gekregen tegen kwade invloeden.

Nadat Ash zijn familie had geholpen bij het uitschakelen van de demonen, ging hij al vliegend op weg naar het Instituut. Hij wou net voor de voordeur landen en aanbellen, maar hij zag vanuit zijn ooghoek dat er een raam op de eerste verdieping open stond. Zijn nieuwsgierigheid won het van zijn angst en voorzichtigheid waarna hij rustig naar binnen vloog. Eenmaal binnen zag hij dat hij in een babykamer was. Ash zag het wiegje staan en ging er nieuwsgierig naar toe. Hij keek erin en zag een baby meisje liggen ongeveer een maand of vier oud. Toen hij beter keek, herkende hij haar aan het stervormig litteken op haar schouder. Hij voelde zich alsof een boomstam op hem was gevallen. Ash besefte meteen dat het Clary en Jace’ dochter was, wetend dat enkel zijn oom en tante dit stervormig litteken ook hadden, als bewijs dat ze contact hadden gehad met de Engel Ithuriëls bloed***. Hij pakte het kindje op, ze werd wakker en de dreumes kraaide van de pret toen Ash zijn vleugels openvouwde om haar zijn zwarte vleugels met zilverwitte punten te laten zien en haar ermee omringde.

Jace en Clary stormde de kamer in met geheven zwaarden en waren verbijsterd. 'Wat doe jij hier?' sputterde Clary. Jace reageerde en zei: 'Ik wou net hetzelfde vragen.' Dawn begon te huilen, waarna Clary het kindje aarzelend overnam van haar neef. Kort erna begon Clary het kindje te voeden. Een paar minuten later stormden ook Alec, Isabel en Simon Dawns kamer in.

Ook de andere drie stelde dezelfde vraag. Ash antwoordde niet meteen maar richtte zich tot zijn tante en zei: 'Gefeliciteerd met je kindje.' Jace en Clary vonden dit alsnog verdacht, waarop Jace het woord nam: ‘Ash, je kunt niet zomaar even het instituut komen binnen vliegen en Dawn even oppakken. Wat doe je echt hier?’

Ash was zo overdonderd door zijn families aanwezigheid dat hij brak en begon te vertellen wat hij in het verleden allemaal had meegemaakt. De hele groep was overdonderd. Clary besefte dat Ash vreselijke dingen had meegemaakt, nog erger dan toen zij, Jace, Simon, Isabel en Alec naar Edom*** waren afgereisd, om Sebastian, Clary's broer en Ash zijn vader te verslaan. Uiteindelijk was hij uitgesproken. Clary was klaar met het voeden van Dawn, het kleintje sliep nu in haar moeders armen. Jace zei tegen Simon: 'Breng Clary en Dawn naar de andere kamer'. Clary wilde protesteren, maar ging uiteindelijk toch mee.

Jace zijn gouden ogen werden donker van herinneringen en begon te vertellen. Izzy Simon en Alec sprongen bij als Jace iets vergat. Toen hij was uitgesproken, begaven Ash zijn voeten het onder zijn lichaam. Hij had nooit geweten hoe zijn vader echt was geweest, desondanks dat hij de Sebastian van Janus' thuisdimensie Thule wat had leren kennen, toen hij daar kort verbleef**. Ash wenste dat zijn moeder, de Seelie Koniging, hem de hele waarheid had verteld.

Hoofdstuk 3: De Biecht

Stil en voorovergebogen zat Ash op zijn bed in het Instituut. Het was akelig stil nu er zelfs niemand op de gang was en allerlei vreemde gedachten spookten door zijn hoofd. Alec en Magnus hadden, net zoals zoveel anderen, niet aan de loyaliteitsspreuk kunnen weerstaan. Maar Clary en Jace op de een of andere manier wel. Hij wist dat ze het bloed van engelen door hun aders hadden stromen. Had het misschien daar iets mee te maken?

Ten langen leste ging de deur van zijn kamer uiteindelijk open en stapte Magnus naar binnen. 'Ik hoop dat je goed beseft dat...' Wat hij ook had willen zeggen, de mond van de heksenmeester sloot toen de spreuk begon te werken. 'Kom maar mee', zei hij in plaats daarvan. Stemmen schreeuwden door Ash' hoofd, leken zijn gedachten open te klauwen, maar hij negeerde het en bleef doorlopen. Dit kon weleens zijn enige kans zijn om zich aan de erfenis van zijn ouders te ontworstelen. En daarna zou hij misschien eindelijk in staat zijn om het onrecht dat ze hadden gepleegd, recht te zetten.

Het was donker en benauwend in de bibliotheek van het Instituut. Alle ramen waren verduisterd en het enige licht kwam van kaarsen. Op het midden van de tafel lag er een dolk met bloedspetters op. Om de dolk heen lagen tientallen voorwerpen en allemaal waren het typische artefacten van engelen: rozenkransen, amuletten, exemplaren van de Bijbel... Ash keek er met stille verbazing naar. 'Engelenmagie kan elfenmagie verdrijven', legde Magnus uit. 'Het bloed dat je hier ziet is van Alec. Wanneer zijn gedeelte engelenbloed in contact komt met dat van jou en de spreuk wordt uitgesproken, zal het een het ander verdrijven.' Ash knikte begrijpend, maar de heksenmeester voegde eraan toe: 'Het is een zwaar ritueel, en het zal een hoop pijn kosten.'

Toen viel hem op dat ten noorden, oosten en zuiden van de dolk amuletten lagen in de vorm van de vier elementen. Water, aarde, vuur en lucht. 'Extra kracht om dit te doorstaan', legde Magnus uit. 'Ben je er klaar voor?' Ash knikte en omklemde het lemmet van de dolk net zolang tot hij bloed uit zijn hand voelde stromen. Langzaam begon Magnus te zingen, eerst laag, dan sneller en sneller. De eerste golven waren nog te verdragen, maar al snel kwam de pijn in steeds grotere golven aanzetten.

Ash klapte zijn kaken op elkaar, maar de pijn bleef aanhouden. Het vrat aan hem, rukte zijn spieren en botten uit elkaar, verwoestte zijn organen net zolang tot hij het wel moest uitschreeuwen. Zijn vleugels verschenen uit zijn lichaam en fonkelden en knetterden en Ash voelde hoe de kern van zijn wezen uit elkaar gerukt werd.

Hij zweefde even boven zijn lichaam, of dat gevoel had hij toch, waarna hij plots naar beneden viel. Uiteindelijk leek het alsof hij laagje voor laagje weer zichzelf werd. Maar toch anders, alsof hij weer opgebouwd werd. Een heel nieuw gevoel maakte zich van hem meester en hij voelde zich vrijer dan hij ooit was geweest. Ash zag nog net vanuit zijn ooghoeken dat zijn vleugels nu een prachtig zilverwit waren, met prachtige gouden punten; voordien waren zijn vleugels zwart met zilveren punten. Al het donker was eruit verdwenen, opgelost als sneeuw onder de zon.

Hij werd zich terug bewuster van zijn omgeving en hoorde zijn tante zeggen dat ze zou willen proberen een Iratze op zijn huid aan te brengen. Ash hoorde zijn oom instemmen met Clary’s voorstel. Kort erna voelde hij zijn huid prikkelen en niet branden zoals voorheen het geval was. Daarna was het voorbij.

Enkele seconden later voelde hij dat er water in zijn mond gedruppeld werd; tot zijn verbazing was het Jace dat naast hem zat, nu hij terug geheel bij zijn positieve was. Clary stond wat verder met Dawn op haar arm. Toen hij vroeg aan zijn oom waar de andere drie waren antwoordde hij dat ze aan het trainen waren in de trainingsruimte. Ash was opgelucht toen hij Heosporos op zijn nachtkastje zag liggen. Clary keek naar het zwaard en vroeg waar hij het vandaan had, wetend dat Heosporos van deze dimensie was vernietigd. Ash antwoordde dat het afkomstig was van Thule de dimensie waar Janus, Jace' donkere evenbeeld, vandaan kwam.

Clary’s ogen vulde zich met herinneringen toen ze besefte dat ze Janus, kort nadat zij en Jace elkaar ten huwelijk vroegen en vlak voordat ze ontdekt had dat ze zwanger was van hem, heel kort had ontmoet*. Ze herinnerde zich de duisternis die ze had gevoeld die om hem heen lag toen ze met Janus sprak.

Bij zowel haar als Jace gingen er alarmbellen af: de twee wisten meteen dat Janus ooit achter Ash aan zou komen om hem terug te halen. Ze wisten waartoe hij in staat, was omdat ze nog maar kort geleden twee doden hadden gevonden, vermoord door Janus. De Kloof-in-verbanning**had gedacht dat Jace dit had gedaan omdat bij onderzoek was gebleken dat bij de slachtoffers hun ruggengraat en hart*** in één keer waren doorboord. Dit kon maar op een plek, deze plek was enkel bij Jace en een paar anderen bekend. Het wantrouwen duurde totdat de waarheid uitkwam nadat Jace het zielenzwaard had vast gehad. Het was enige tijd een onopgeloste zaak geweest, tot nu.

Hoofdstuk 4: De Confrontatie

Janus was aan het zwerven door Elf; op zijn tocht door het land bedacht hij dat hij misschien toch naar het instituut moest gaan om bij Ash te checken, desondanks dat deze hem voor zijn vertrek had gezegd dat hij dit in zijn eentje wou doen.

Janus besloot de volgende morgen het maan pad** te nemen, zoals zijn leerling had gedaan en Ash te gaan bezoeken. Het pad zette hem af aan de rand van New York City. Hij pakte zijn cilinder en tekende een opsporingsrune op de rug van zijn hand, die hij vervolgens koppelde aan de schaduwjagerscodex die hij ooit aan Ash had gegeven. De rune wees hem gelijk de weg.

Misschien was Ash bezig met wat hem was opgedragen te doen, maar Janus kreeg het gevoel dat er iets niet pluis was. De weg leidde naar het Instituut. Toen het gebouw in zicht kwam, werd het gevoel sterker.

Hij wou net aanbellen toen hij geluiden hoorde komen van het trainingsveld dat in de tuin van het instituut lag. Hij herkende al snel Jace zijn stem, kort erna ook die van Clary en uiteindelijk Ash zelf. De stemmen klonken goedgezind. Janus zijn kaak verstrakte.

Hij sloop dichterbij, nu kon hij ze duidelijk horen. Hij voelde de druk van de loyaliteitsspreuk niet. Janus wist meteen dat Ash een manier moest hebben gevonden om de spreuk te breken, die de Onseelie koning ooit om Ash heen had geweven**. ‘Hoger’ hoorde hij Jace zeggen. 'Anders zal de vijand met gemak je borstkas kunnen raken.' voor Janus was dit de druppel en al helemaal toen Ash enthousiast instemde.

Hij ging op hen af. Janus pakte zijn zwaard Phaesphoros dat ooit van Sebastian zelf was geweest en stapte het enorme trainingsveld op. Meteen was het alsof alle warmte en blijdschap uit het veld werd gezogen. Ash hapte geschokt naar adem. 'Zo. Hier ben je dus', zei Janus gladjes. Jace en Clary wisten meteen dat ze alle drie in enorm gevaar verkeerden. Janus trok het fonkelend zwaard en richtte de punt op Ash. Jace en Clary stapte naar voren, maar Ash hield hen tegen. ‘Dit is mijn strijd ‘ zei hij. Jace en Clary hielden in maar hielden hun zwaarden wel in de aanslag. Kort erna verschenen Magnus, Alec, Isabel en Simon (die intussen zelf een schaduwjager was****). Ze wouden zich in de strijd gooien, maar Jace en Clary hielden hen tegen met een doordringende blik. ‘Dit is Ash zijn gevecht’ zei Jace beslist tegen de anderen. Stilletjes bedankte Clary de Engel omdat Dawn binnen was samen met Alec en Magnus' geadopteerde kinderen****.

Ash spreidde zijn vleugels uit en deze glansden in het zonlicht. Janus was van zijn stuk gebracht: de vleugels waren zilverwit met gouden punten, waar deze voordien zwart met zilveren punten waren geweest. De twee begonnen rond elkaar heen te cirkelen en hun gevecht ging van start.

Aanvankelijk probeerde Ash met zijn vleugels Janus tegen zich te drukken en hem zo te verpletteren, maar hij was niet sterk genoeg en werd teruggedreven, waarbij Janus een paar veren afhakte. De veren gingen op in as, wat Ash nog kwader maakte dan hij al was. Hij was bijzonder gesteld en trots op zijn nieuwe vleugels.

Ash viel uit met zijn zwaard, maar hij schampte Janus slechts. ‘Je zult echt veel beter moeten doen dan dit’, zei Janus met flink wat spot in zijn stem. Ash ging over in snelle maar krachtige uithalen met Heosporos. Juist op dat moment raakte Janus hem met Pheasporos en maakte en ondiepe maar pijnlijke snee in Ash zijn zij. Het bloed vloeide langs beide kanten en Ash hief zijn zwaard op. "Je kunt dit nog stoppen', zei hij. "Zo hoeft het niet te eindigen."

Janus aarzelde even, maar zette uiteindelijk onvermoeid door, gedreven door jaloezie, woede, verdriet en verlies. Ash was de enige persoon waar Janus nog een beetje een band had mee kunnen opbouwen, na zijn talloze verliezen die hij had geleden in zijn eigen dimensie Thule. Dit alles werd nu verbroken. Janus wou Ash de genadeklap geven, maar de jongen lanceerde zichzelf de lucht in met een krachtige slag van zijn vleugels. Janus voelde hoe hij in de lucht werd geslingerd waarna hij pijnlijk op zijn rug terecht kwam. Hij hoorde Ash nog schreeuwen waarna Heosporos met een krachtige steek door zijn hart ging.

Ash landde terug op de grond, gewond maar levend. Hij tekende snel een Iratze op zijn bovenarm, waarna de wond in zijn zij snel genas. Het gevecht was voorbij. Eindelijk was hij volledig vrij, vrij om zijn eigen weg te bewandelen. Hij stortte zich op Clary en Jace, waarna hij zijn oom en tante en vervolgens de anderen in een liefdevolle en warme omhelzing nam.

Epiloog

Simon en Isabelle stonden bij hun eigen kleine baby, die lag te kronkelen en kraaien in de wieg. Het waren zulke toegewijde ouders, die echt als helikopters boven hun kind hingen. 'Ik zal wel nooit begrijpen waarom sommige ouders iedere seconde van de dag moeten weten hoe het met hun kind gesteld is', mopperde Jace, die van een afstandje toekeek. 'Ach, jij houdt onze dochter toch ook vierentwintig uur op vierentwintig in het oog?' plaagde Clary hem.

Sinds Dawn een beetje kon lopen, was ze zo beweeglijk als wat. Nu rende ze enthousiast rondjes in het schop van de kathedraal, met kleine voetjes tikkend op de steen. Ash zat op een kerkbank en keek vol genegenheid toe. De stemmen van zijn oom en tante, die hij nog net opving van de andere kant het schip, herinnerden hem eraan dat Dawn binnenkort niet het enige peutertje zou zijn dat hier rondliep'. Ze zou Levi, het zoontje van Simon en Isabelle, hebben om haar gezelschap te houden. Hij was zich ervan bewust hoe hecht Simon en Clary waren geweest in hun jeugd, en nu nog steeds. De gedachten dat zijn kleine nichtje op een dag iemand boven hem zou verkiezen, stak. Maar op dat moment kwam Dawn naar hem toelopen en stak haar handjes uit. 'Vliegen', mompelde ze.

Haar ouders hadden het nadrukkelijk verboden: onder geen bede was het Ash toegestaan hun dochter op zijn rug te nemen en in de lucht te vliegen. Maar daar had hij iets op gevonden. Het gezicht van het kleine meisje straalde toen de twee zilverwitte vleugels tevoorschijn kwamen en ze klapte enthousiast in haar handjes. 'Doe dat maar niet te veel', klonk de waarschuwende stem van Simon, 'of je blaast haar nog helemaal omver.' Ash glimlachte, stak zijn handen naar voren en wenkte het meisje naar zich toe. Hij tilde haar op, waarbij ze het uitgierde van pret. Zij was het eerste levende wezen geweest dat niet blindelings loyaal aan hem was. Misschien werd ze dat ooit wel, misschien ook niet. Het deed er niet toe. Want in elk geval was het zeker dat zij hem vanaf het prille begin had gezien zoals hij echt was, en dat dat ook altijd zo zou blijven.

Personagelijst

  • Alexander "Alec" Gideon Lightwood-Bane** (schaduwjager): is de zoon van Maryse Lightwood en Robert Lightwood.Alec heeft een dapper, zorgend, moedig karaker maar op sommige punten kan hij ook bot zijn. Hij voelde zich ook heel ongemakkelijk zeker als het om zijn geaardheid ging. Verder houd Alec niet van verandering. Alec veranderd ten goede als hij Magnus ontmoet, en eindelijk uit de kast kan komen.


  • Ash Morgenstern (half schaduwjager-half elf): is de zoon van de Seelie koniging en Sébastian/Johantan Morgenstern.Doordat Ash een tijdje in Thule heeft gewoond**, heeft hij een iets donkerder karakter ontwikkeld dan voorheen. Hij is echter niet cru of wreed naar anderen toe zoals zijn vader was, en is instaat om lief te hebben, maar omdat velen hem pijn hebben gedaan en hem gebruikt hebben vanwege de spreuk, heeft dit een enorme tol van hem gevraagd, fysiek en psychisch. Verder is hij sterk op de hoogte van wat de spreuk doet bij anderen mensen.


  • Clarissa "Clary" Adele Fairchild (schaduwjager): is de dochter van Jocelyn Fairchild en Valentijn Morgenstern. Clary is ongelooflijk koppig en sarcastisch, eigenschappen die zijn ontstaan vanwege dat haar moeder altijd extreem overberschermend was over haar. Ze is eveneens een zorgzaam en medelevend persoon. Voor haar familie en vrienden gaat Clary tot het uitersten, dit doet ze vaak roekeloos, waardoor ze anderen hun leven soms onbewust in gevaar brengt.
  • Verder heeft Calry extra engelenbloed, dat ze verkregen heeft doordat haar vader (Valentijn Morgenstern) haar moeder toen ze zwanger was van haar, bloed van de Engel Ithuriël in haar moeders eten en drinken deed, onder de vorm van poeders***. Hierdoor is Clary gedeeltelijk verbonden met Ithuriël en heeft ze de gave om onbekende rune te gebruiken die niet in het grijze boek staan en andere Runes extra krachtig te maken. Datzelfde bloed heeft ervoor gezorgd dat ze een indirecte bloedband heeft met Jace juist vanwege Ithuriël al zijn ze niet gerelateerd


  • Dawn Fairchild-Herondale (schaduwjager): is de dochter van Jace Herondale en Clary Fairchild. Ze heeft net als haar ouders extra Engelenbloed, die het eerder verkregen hebben via de Engel Ithurïel. Ze is een nieuwsgierig  maar speels kindje, die nog maar net de wereld begint te ontdekken.


  • Isabelle "Izzy" Sophia Lightwood (schaduwjager): is de dochter van Maryse Lightwood en Robert Lightwood. Isabelle deelt met haar familie de snobistische houding die de Lightwoods hebben over de normale mensen en de benendelingen, maar als ze Clary en Simon ontmoet veranderd deze houding compleet. Ze heeft veel vertrouwen in haar capaciteiten. Ze is ijdel en een tikkeltje narcistisch en soms wat onzeker. Isabel heeft soms wel is driftbuien, maar verder is ze extreem loyaal naar haar vrienden en familie toe.


  • Jonathan Christoffer "Jace" Lightwood-Herondale (schaduwjager): is de zoon van Céline Herondale en Stephen Herondale.Jace is altijd erg onafhankelijk geweest en heeft een sterke zelfbeheersing, hem aangeleerd toen hij nog een kind was. Jace heeft een krachtig temperament dat later enkel getemd werd door Clary. Hij is heel sarcastisch zeker als hij zijn onzekerheid verbergt. Hij is verder extreem arrogant, egocentrisch en overmoedig. Voor de rest heeft hij een sterke morele kern, hij zal altijd doen wat juist is. Zijn karakter veranderd drastisch op het moment dat hij Clary ontmoet.
  • Verder heeft Jace net als Clary extra Engelen bloed, dat hij verkregen heeft toen Valentijn gedroogd bloed van de  Engel Ithuriël in zijn moeders eten en drinken deed toen Céline zwanger was van hem, dit onder de vorm van poeders***. Jace is hierdoor gedeeltelijk verbonden met Ithuriël net zoals Clary. Hij heeft hierdoor de gave  verkregen van extra lenigheid en snelheid, en vele anderen die in zijn voordeel werken in gevechten. Datzelfde bloed heeft ervoor gezorgd dat hij  een indirecte bloedband heeft met Clary juist door het bloed van Ithuriël, al zijn ze niet gerelateerd.


  • Janus (schaduwjager): is een veel donkerde versie van Jace, vanwege dat hij alles heeft verloren dat hij lief heeft, en omdat hij zeven jaar gebonden is geweest  met Sébastian**, dit heeft bij Janus een diep emotioneel trauma achter gelaten. Juist vanwege dit trauma is hij mentaal zeer instabiel. Dit maakt hem extreem gevaarlijk en onvoorspelbaar.


  • Levi Lightwood-Lewis (schaduwjager): is de zoon van Isabelle Lightwood en Simon Lewis-Lovelance. Hij is een nieuwsgierige baby die de wereld nog moet beginnen ontdekken.


  • Magnus Lightwood-Bane** (heksenmeester): is de zoon van Asmodeus*** en een onbekende moeder. Magnus is vriendelijk voor iedereen een staat altijd klaar om de schaduwjagers te helpen. Magus houd van mode en extreme feestjes


  • Simon Lewis-Lovelance (verheven tot schaduwjager)**** : is de zoon van Elaine Lewis en Levi Lewis senior. Hij is een beetje sarcastisch, een beetje een nerd verder is hij moedig, dapper, ironisch en loyaal. Hij is bereid zich op te offeren voor degene om wie hij geeft. Verder is Simon een muzikant


Spoilers uit: Schimmen van de Schaduwmarkt*

Spoilers uit: De Duistere machten**

Spoilers uit: De Originele Serie: De Levensinstrumenten***

Spoilers uit: Kronieken van de Academie voor Schaduwjagers****

Advertisement