FanFiction wiki
(Bezig met het toevoegen van categorieën)
(Bezig met het toevoegen van categorieën)
Regel 23: Regel 23:
 
'Vergeef me, mijn Heer', sprak de koning op zachte toon. 'Het is een gruweldaad om een koning te vermoorden. Ik dacht dat ik het om de bestwil van Denemarken deed. De oorlog putte ons uit, de schatkist raakte leeg, steeds meer mannen vielen in de strijd... Ik verzeker u, mijn Heer, ik dacht dat het de enige manier was. Maar zelfs na vijf jaar heb ik de schuld nog niet naast me neer kunnen leggen.' Hamlet bedacht dat hij gemakkelijk naar voren kon springen en Claudius neersteken, maar toch aarzelde hij. Als ik hem nu ter plekke dood, dacht hij bij zichzlef, gaat hij zeker naar de hemel. Stilletjes trok de prins zich terug.
 
'Vergeef me, mijn Heer', sprak de koning op zachte toon. 'Het is een gruweldaad om een koning te vermoorden. Ik dacht dat ik het om de bestwil van Denemarken deed. De oorlog putte ons uit, de schatkist raakte leeg, steeds meer mannen vielen in de strijd... Ik verzeker u, mijn Heer, ik dacht dat het de enige manier was. Maar zelfs na vijf jaar heb ik de schuld nog niet naast me neer kunnen leggen.' Hamlet bedacht dat hij gemakkelijk naar voren kon springen en Claudius neersteken, maar toch aarzelde hij. Als ik hem nu ter plekke dood, dacht hij bij zichzlef, gaat hij zeker naar de hemel. Stilletjes trok de prins zich terug.
 
[[Categorie:Vederklauw]]
 
[[Categorie:Vederklauw]]
  +
[[Categorie:Vederklauw: hoofdstukken]]

Versie van 28 jul 2020 19:51

Het toneelstuk wordt opgevoerd. Heel het hf komt naar het spektakel kijken. Het zal beslist een avond worden om nooit meer te vergeten. Al is dat niet zo positief...





De Muizenval

De troonzaal zat stampvol. Overal hadden de hovelingen en bediendes zich verzameld rond de plek waar er een voorlopig podium was neergezet. Het houten bouwsel werd in twee gesplitst dooreen purperen gordijn. Op de voorste rij zaten koning Claudius en koningin Gruwelda, met aan hun linkerzijde Polonius en aan hun rechterzijde Hamlet en Ophelia. De noorse prinses zat voor de gelegenheid dicht tegen Hamlet aan; glimlachend streek hij door haar haren. Het riep verscheidene blije blikken van de hovelingen op.

'Ik ben benieuwd naar dit stuk. Hoe heet het ook weer?' vroeg Claudius aan Rosencrantz, die een eindje naar de zijkant van het publiek stond. 'De Muizenval, Uwe Majesteit', vertelde de jonge edelman trots. Precies zoals Hamlet had verwacht, hadden Rosencrantz en Guildenstern geen enkele kans gemist om te verkondigen dat het komende toneelstuk door hen geschreven was. Zij en niemand anders hadden dit ongelooflijke spektakel geboetseerd. Als extra voorbereiding had Hamlet Horatio aan de andere kant van het publiek gestationeerd, op een verhoogd plekje met een goed zicht op de koning.

Het toneelstuk begon. De oudste speler kwam doorheen de gordijnen het podium op en sprak: 'Menigeen stelt zich een koning voor als een nobel man, een uitverkorene van God op Aarde, een hoeder van zijn volk, die hij begeleidt en beschermt in moeilijke tijden. Een koning loopt voorop in de strijd en eet als laatste tijdens een hongersnood. Dat zijn de eigenschappen die God graag in een koning ziet.' De glimlach die om Claudius' lippen speelde, verdween gelijk toen de toneelspeler vervolgde: 'Doch zijn er mensen die zichzelf voor koning uitgeven en geen eergevoel kenneb, die uit zijn op winst, vergeven zijn van lust, en in hun rooftocht ontzien deze heiligschenners niets.'

Na deze inleiding begon het verhaal van Lucianus, een gewiekste generaal die met onverholen jaloezie toezag hoe de koning geliefd en gerespecteerd werd onder het volk. Op een dag brak er oorlog uit en onder leiding van de nobele koning ging het land een grote zege tegemoet. Dit versterkte Lucianus' haatgevoelens zeer. Op een avond, nadat hij zijn vrouw had verteld dat hij op een late missie moest met zijn soldaten, sloop hij ongezien de tent van de koning binnen, langs de wachters heen. Met een behoedzame blik om zich heen keek Lucianus op de koning neer en haalde een flacon uit zijn zak. Drie druppels taxussap vielen op de mond van de slapende vorst.

Claudius' gezicht werd sneller rood dan een arm die opengereten wordt. Overal klonken verraste uitroepen en geschokte kreten toen Claudius de troonzaal verliet. 'Mijn vorst!' riep Gruwelda hem na, maar hij negeerde haar. Ook Hamlet stond op van zijn plaats, met zijn handen hoog in de lucht. 'Geen paniek, beste vrienden', riep hij. 'Het berust op een misverstand. Ik zal de koning wel gaan kalmeren.'

Met een dolk in zijn hand geklemd concentreerde Hamlet zich op e richting die de voetstappen uitgingen. Zijn hele lichaam trilde van woede en hij moest zich inhouden om niet op de koning af te rennen. De heks had de waarheid gesproken. De reactie van Claudius bij het zien van het toneel was het doorslaggevend bewijs. De koning had Hamlets vader vermoord! Met een verbeten trek om zijn gezicht draaide Hamlet een hoek om en daar zag hij Claudius op zijn knieën voor een Mariabeeld zitten. Hij fluisterde, en Hamlet probeerde ongemerkt dichterbij te komen.

'Vergeef me, mijn Heer', sprak de koning op zachte toon. 'Het is een gruweldaad om een koning te vermoorden. Ik dacht dat ik het om de bestwil van Denemarken deed. De oorlog putte ons uit, de schatkist raakte leeg, steeds meer mannen vielen in de strijd... Ik verzeker u, mijn Heer, ik dacht dat het de enige manier was. Maar zelfs na vijf jaar heb ik de schuld nog niet naast me neer kunnen leggen.' Hamlet bedacht dat hij gemakkelijk naar voren kon springen en Claudius neersteken, maar toch aarzelde hij. Als ik hem nu ter plekke dood, dacht hij bij zichzlef, gaat hij zeker naar de hemel. Stilletjes trok de prins zich terug.