FanFiction wiki
Advertisement

Proloog[]

Sneeuw. Ik moest er niet bang van worden. Door alles wat ze me leerden was dat duidelijk geworden. Ze hadden me geleerd dat die kou mijn hele lichaam over kon nemen, dat die kou het laatste splintertje warmte wegjoeg. Dat elke mooie, zachte sneeuwvlok die op mijn huid terechtkwam kon aanvoelen als een ijskoud mes. Dat ik de ijskoude wind die het meebracht niet aankon, en meerdere malen meegesleurd zou worden. Dat ik niet meer wist wat onder of boven was, links of rechts, voor of achter. Een keer was er een verre verdwaalde reiziger uit het Winterhof in mijn dorp gekomen. Ik had gezien hoe misselijk ze was, hoe ze liep. Later bleek ze een talent voor vertellen te hebben, en vertelde me de keerzijde van sneeuw. Ik had het niet geloofd. Ik had niet geloofd dat een sneeuwstorm je echt in de war kon maken. Dat het me echt misselijk maakte. Ik had altijd al op sneeuw vertrouwd. Sneeuw had me gered die avond dat mijn ouders... verdwenen. Sneeuw had me elke keer als ze kwam een toevlucht geboden voor de zwepen. Voor de harde woorden. Voor de harde training. Huil niet. Ben niet bang. Laat niks zien wat je kan schaden. Dat waren dingen die ik had geleerd en ook echt had geloofd van de mannen met vleugels. Vleugels die anders waren dan de mijne. Vleugels die als zwepen de lucht weer kliefden, in tegenstelling tot de mijne die erdoorheen sneden. Die verdwenen als ik het vroeg. Ik had de mannen nooit zonder vleugels gezien, en er ook niet naar durven vragen. Maar hoe was ik nu in een sneeuwstorm beland? Een plotselinge knal maakte me aan het schrikken. Een ding wat ze me niet hadden verteld. Kon er echt bliksem knallen in een sneeuwstorm of was ik aan het dromen? Laat me dromen. Een tijd terug, minuten, uren, dagen, weken? was ik nog bij de mannen met vleugels. Die me dwongen te vechten met hun zwepen van zwart leer. Maar hoe was ik, een kind van acht jaar, hier terechtgekomen? Hoe was een kind van mijn leeftijd überhaupt in een kamp dat rook naar leer, bloed en vleugels terechtgekomen? Hoe waren mijn papa en mama verdwenen? Ik wist het... Ik weigerde het te herinneren... Nee. Dat was niet zo. Mijn ouders konden niet op die manier zijn.. weggegaan. Het waren mijn jonge hersenen die het overdreven, zoals mama me vaak had verteld dat ze monsters verzonnen. Dat hoorde bij mijn leeftijd zei ze altijd. Dus mama en papa konden niet... Nee. Daar weigerde ik over te denken. Ze hadden me alleen gelaten. Ze waren me kwijtgeraakt in de sneeuw op de vlucht voor... dat was dan ook niet waar geweest. Dat was dan ook een vervloekte schim van mijn gedachtes geweest. Het zou verdwijnen als mijn gestalte. Het zou verdwijnen als mijn.. Nee. Stop. Dat mag niet, het zou mezelf veraden. De mensen die in mijn gedachtes klauwden als in zand, die mijn geest konden verpulveren met een klein kneepje, zouden het te weten kunnen komen. Ik had geleerd haar diepste geheimen zo erg te verbergen dat ik ze zelf vergat. Toch bleven ze een deel van mij, zou mijn geest ze nooit vergeten ookal deed dit lichaam dat. Ookal zou de storm van sneeuw en ijs mijn vervloekte lichaam verpulveren. Ookal zou ik deze vervloekte nacht niet overleven.

Hoofdstuk 1[]

Ik hing een beetje verveeld in mijn stoel. Meneer Tendom kon zelfs de interessante magiekunde lessen tot een hel maken waarbij minstens de helft van de klas in slaap viel. En als dat je overkwam moest je onmiddelijk 300 keer "Ik mag nooit in slaap vallen bij de uiterst belangrijke magiekunde lessen van S.L. Tendom."  opschijven. En dat zonder het magische trucje van Zelrahira Nihtoon the gebruiken. Wat was Meneer Tendom boos geworden toen hij ontdekte dat het meisje al het strafwerk van zijn leerlingen maakte met een knipje van haar vinger! Met handschrift effecten en al. Helaas had ik vervolgens de volgende dag 500 regels, regels, niet zinnen, "Ik mag nooit lachen om een leerling die gestraft wordt." Samen met 500 regels "Ik mag geen brutale, ongepaste opmerkingen maken die absoluut niet van toepassing zijn op het betreffende onderwerp." En dat zonder het trucje van mijn vriendin. Arme ik. Ik lachte niet om Zel. Hoe zou ik ook kunnen? Mijn lieve vriendin had me al talloze keren uit de nood geholpen met haar kleine trucje. Niet dat ik ooit in slaap viel tijdens de les, maar ze waren zo saai! Ik lachte om het gezicht van meneer Tendom, iets wat ik beter niet had kunnen doen. Die opmerking? Hmm. Het was niet handig van me dat ik hem eerst openbaar uitlachte en vervolgens opmerkte dat het juist goed was: Was het-foutloos-overnemen-van-handschriften-in-hoeveel-regels-dan-ook-met-geen-enkele-zin-hetzelfde-in-een-handknip niet iets waar hij trots op moest zijn? Het was een uitmuntende presentatie van zijn leerling. Ik heb die hele dag tot de maan op zijn hoogste punt stond doorgewerkt aan die strafregels. Het was ook gewoon te saai. Al helemaal omdat ik een leuke middag met mijn vrienden Zel Nihtoon (ik zou het niet durven om haar bij haar hele naam te noemen), Diaz Manolish en Ilian Shadeshan had gepland. Gelukkig hielp Zel me wel nog even met het huiswerk; Aangezien ik er door een zekere persoon geen tijd voor had en Zel me makkelijk met een knipje van haar vingers uit de nood kon helpen. Dat durfde ze niet te doen met mijn strafregels; uit angst dat meneer Tendom zou controleren of er magie bij gebruikt zou zijn. Ik keek over mijn schouder naar Ilian die achter me zat. Zijn spitse oren staken uit zijn zwarte, lange haar en zijn kleding verborg een stevig, gespierd lichaam. Zijn donkerbruine, bijna zwarte ogen vingen mijn blik en hij glimlachte warm naar me. Mynth, let op. We kunnen het niet maken om Diaz verjaardag vanmiddag in het water te laten vallen omdat iemand van ons strafregels moet maken. Ik draaide me weer om, het warme gevoel in mijn buik negerend. Maar meneer Tendom was ook zo saai! Ik keek naar de zandloper die de tijd van de les aangaf, elke korrel leek tergend sloom te vallen. Ik zuchtte. Het maakwerk had ik onmiddellijk al gemaakt. Het was veel, maar mijn brein leek me te plagen door expres slim te zijn en het snel af te hebben. Ik wierp een blik op Zel, twee plekken naast me. Haar blonde haar gleed over haar slanke lichaam en hoewel ik ze niet kon zien, ik wist dat haar ongewoon fel groene ogen, die het hart van veel jongens sneller had doen kloppen, ogenschijnlijk geïnteresseerd naar de docent keken. Geen van de jongens die naar haar uiterlijk keken wist wie ze werkelijk was. Geen van hen zou geloven hoe onstuimig ze was, dat zij, met haar onschuldige ogen, achter de meeste problemen van haar vriendengroepje zat. Twee plekken naar rechts en dan drie naar achter zat Diaz. Ik kon hem niet zien, maar ik wist dat hij verveelt met zijn stoel op twee poten zou balanceren, dat zijn halflange rode haar waarschijnlijk alle kanten op zou pieken en er misschien nog wat confetti van hun verassing die ochtend in zat. Zijn intens blauwe ogen staarden hoogstwaarschijnlijk naar buiten, naar de sneeuw die dwarrelde uit de lucht en zacht op de grond daalde. Wat verschrikkelijk was het om op je verjaardag les te hebben van Tendom. Ik had dat ook eens gehad. Zijn cadeautje had bestaan uit strafwerk zonder moeilijke woorden, maar toen had Zel haar trucje nog kunnen uitvoeren. Ik glimlachte toen eindelijk de laatste korrel zand weggleed en de hele klas opstond om zich zo snel mogelijk uit het lokaal te haasten. Weekeind!

Het feestje was niks bijzonders: buiten bij een berg waar we eerst urenlang hadden zitten skiën: een sport die alleen het Winterhof beheerste en waar ik al snel na mijn aankomst gek op was geworden. Twee even lange, mooi afgewerkte, even lange "planken", de voorkant licht omhoog gebogen, werden onder je voeten vastgebonden waar je met speciale schoenen in een mechanisme wat erop zat kon klikken. Het was een zeer effectieve manier om door de sneeuw te gaan; ze gleden over de dikke plakken sneeuw, inplaats er doorheen te zakken. Het was altijd zo grappig om de nieuwelingen te zien falen. Ik had door deze sport alle mogelijke manieren om te vallen geleerd. Meestal gebruikten elviden ook stokken, maar die vond ik persoonlijk alleen maar in de weg zitten. Als je even bergop moest kon ik toch altijd die van een van mijn vrienden stelen? Oké, zo gemeen ben ik nou ook weer niet. Meestal bond ik ze als mijn twee zwaarden op mijn rug en haalde ze tevoorschijn wanneer ik ze nodig had. Mijn afgelopen verjaardag, alweer een tijdje terug, hadden mijn vrienden mer verrast met een dure, goede kwaliteit paar skies met bijhorende stokken gemaakt van Eeuwig IJs. Ik was zo blij geweest; het was echt niet bepaald een goedkoop materiaal. Niet om op te scheppen, maar ik was de beste van mijn vrienden op dit gebied. Ik vond het geweldig om hard naar beneden te gaan zonder de bijhorende bochten, maar viel bijna nooit. Ik kon de bochten heus wel maken, maar ik zou dat niet snel doen zonder reden. Op de top van de berg hadden Amaya, met haar lange zwarte haren en ogen donker als de nacht, en Denzyl, met zijn lange blonde haren, zijn gespierde lichaam en ogen als twee kleine, bevroren meren. De middag gaf me een goed gevoel. De aanwezigheid van Zel, Ilian, Diaz, Amaya en Denzyl gaf me altijd een warm gevoel in de buik. Toen ik hier heen kwam had ik niet gedacht echte vrienden te maken. Ik had nooit gedacht dat ik vrienden zou hebben die meer voor me zouden betekenen dan mijn eigen leven. Hoewel ik ooit bang was geweest voor Amaya van het Nachthof. Haar vleugels maakten duidelijk dat ze niet in het Winterhof geboren was. Dat was niet de reden geweest dat ik bang voor haar was geweest. Nachthof. Die mensen... Flarden van bloed, geschreeuw en duisternis vliegen door mijn hoofd wanneer iemand erover begon. Nooit liet ik het merken. Waarom zou ik? Niemand zou het toch begrijpen. 

Na de hele middag lol gemaakt te hebben op die berg kwam het moment dat we allemaal weg moesten. Ik haatte afscheid nemen, of het nu voor een dag was, een jaar of voor je hele leven, ik kon er gewoon niet tegen. Amaya gaf me een knuffel, om me te plagen, zoals altijd. Ze wist dat ik niet van klef gedoe hield. Diaz had zich verontschuldigd en had zich meteen weggehaast; aangezien we de tijd uit het oog verloren waren zou het een wonder zijn als hij op tijd zou komen voor het etentje met zijn familie. Denzyl, zijn oudere broer, was met hem meegegaan. Zel was eerder al vertrokken. Ze had haar ouders beloofd om voor het donker thuis te zijn. Het werd vroeg donker en Zel woonde al verder weg van dit kleine plaatsje dan de andere. Ik wist heus wel waarom dat was, ookal was Zel een meisje wat niet snel klein te krijgen was, er gingen geruchten rond over dat er steeds meer "ongewenste bezoekers" het Winterhof binnenglipten. Ik kon me zelf niet herinneren hoe ouders zijn. In tegenstelling tot de rest had ik namelijk geen familie, ik kon zelfs niet zeggen dat ik een verre achternicht of neef had die niet dood of erger was. Ilian was de enige naast mij zonder ouders. Zijn oudere broer had hem grootgebracht, maar was later ook gedood door Mzaqils, dezelfde die zijn ouders hadden omgebracht. Maar zijn andere familie leefde nog wel, vol haat over Mzaqils. Inmiddels waren Mzaqils... uitgeroeid. Het was pijnlijk om de anderen met zo veel haat te horen praten over de Mzaqils te horen praten. Ik was waarschijnlijk de enige in dit hele hof die wist hoe ze echt waren. Maarjah. Illian keek me aan. Hij haalde zijn schouders even op. "Ik heb nog geen zin om naar huis te gaan. Heb je zin om nog even bij jouw huis te chillen?" Ik haalde mijn schouders op. "Ik heb toch niks beters te doen." Ilian grinnikte. "Alsof je het zo erg vindt om af te spreken met je vriend." Bij die laatste worden moest ik willekeurig even aan een paar irritante klasgenoten denken. Aangezien iedereen daar met volle toewijding bleven beweren dat ik een relatie had met Ilian, de andere keer met Diaz en hetzelfde met Zel, begon ik langzamerhand een hekel aan het woordje "vriend" te krijgen. Het was gewoon dubbelzinnig. Aangezien ik niet bepaald verliefd was op de jongens, al helemaal omdat ik niet eens zeker wist of ik wel liefde kon voelen. Maarjah. Ooit had ik hetzelfde gedacht over vriendschap. "Natuurlijk vind ik dat erg. Ik bedoel, wie zou er nou met jou willen afspreken?" "Hmm... eve denken. Ik ken een meisje dat dat niet erg zou vinden. Ze heet Mynth, ken je haar?" Ik lachtte. "Nee. Maar kom mee. Ik heb honger, en er is thuis vast nog wel wat eten."


Hoofdstuk 2[]

Ilians lange zwarte haren lagen vredig naast zijn hoofd. Zijn gespierde buik, niet helemaal omgeven door dekens, ging langzaam op en neer. Zijn ogen waren gesloten. Het was erg laat geworden deze avond, waardoor ik had aangeboden of Ilian niet hier wilde blijven slapen. Ik kon niet slapen. Ik staarde naar een oud litteken bij zijn zij. Gekregen van de Mzaqils. Ik werd overmand door schuldgevoel, telkens als ik dat litteken te zien kreeg. Niet dat ik er wat aan kon doen. Maar... ik had een paar Mzaqils persoonlijk gekend. Ze hadden hun leven voor me gegeven. Ze verschilden eigenlijk niks van de Fae, wat geen van hun zouden geloven. In werkelijkheid hadden de Mzaqils altijd in angst geleefd om als een zwak soort gezien te worden doordat ze daadwerkelijk gevoelens hadden. Ze hadden een wreed, sterk masker laten zien aan de buitenwereld, uit angst in dezelfde zijn genoemd te worden als de zwakkere soorten die de Fae hadden... uitgeroeid. Ze hadden zich voorgedaan zoals de Fae zich hadden voorgedaan naar hun toe. Ik was opgevoed door Mzaqils, een geheim dat ik nooit aan iemand zou vertellen. Zelfs niet aan mijn vrienden. Ik keek weer naar Ilian. Hij lag zo vredig. Ze zouden me... ik weet niet wat ze zouden doen. Ik vreesde niks goed. Mzaqils hadden zo veel ellende gebracht hier. Een leven voor een leven hadden ze me ooit verteld. Maar Fae leken zich niet te beseffen hoeveel ellende ook zij onder de Mzaqils hadden aangericht. Ik was verbaast toen ik Ilian, de eerste met wie ik bevriend was geworden, leerde kennen. Hij was zo... niet wat me altijd verteld was. Eerst had ik mezelf gehaat door die gevoelens. Maar ik kon er niks aan doen dat ik bevriend met hem werd. Later ook met Diaz en Zel. Toen met Denzyl en Amaya. Ik zuchte. Met een hand duwde ik de deken van me af en ik stond op, terwijl ik naar het raam liep. Een maan, bijna op zijn kleinste punt, stond aan de hemel tussen de sterren. Ik keek ernaar. Daarna naar het landschap waar ik me aan was gaan hechten; rechts de sparrenbomen, links de bergen waar mijn huis tegenaan was gebouwd en recht voor me een bevroren meer. Alles met een schone, witte sneeuwlaag eroverheen. Mijn Fae oren hoorden namen wat geritsel achter me waar. Ik had kunnen weten dat de scherpe Fae oren van Ilian, zelfs in zijn slaap, zouden weten wanneer ik opstond hoe stil ik ook had geprobeerd te zijn. Hij kwam naast me staan en sloeg een arm om me heen. "Is alles goed?" Hij klonk oprecht bezorgd. Ik voelde me schuldig. "ja." antwoorde ik. Even zwegen we allebij. Toen duwde ik zijn arm weg en liep terug naar mijn bed. Ik liet mezelf erop zakken en keek naar het plafond zonder er iets te zien.

'Dammit.' Ilian lachtte. Ik worstelde, waarbij ik een arm los wist te krijgen. Helaas wist hij die zonder noemenswaardige inspanning in de eerdere positie terug te brengen. Hij hield mijn polsen boven mijn hoofd tegen de grond gedrukt en zijn knieën drukte op mijn bovenarmen. Ik hield erg van stoeien, hoewel ík niet altijd won. "Klop je af?' vroeg hij. "Je kent me inmiddels wel beter dan dat.' Was mijn reactie. Ik ontspande mijn spieren. 'We kunnen hier heus wel de hele dag liggen hoor. Ik heb de tijd" Was Ilians reactie. Ik siste als reactie. Hij liet even mijn bovenarm los om mijn lange haar in mijn gezicht te wrijven. Een plagerijtje dat hij al een lange tijd bleef doen. Ik wist van de seconde gebruik te maken en zijn knie van mijn bovenarm af te duwen en me half om te draaien zodat ik in een makkelijkere positie lag. Ik wist mijn andere arm ook los te rukken en me helemaal om te draaien. Ilian reageerde op mijn actie door een knie in het midden van mijn rug te leggen en mijn armen tegen de grond te drukken. Toch wist ik mijn knieën onder mijn lichaam te krijgen waardoor ik overeind kon springen. Ik voelde Ilians gewicht verdwijnen en draaide me vliegensvlug om. "Niet slecht." Was zijn enige reactie. Ik grijnsde. Waarna ik vlug mijn haar opnieuw in een staart deed, zodat het niet mijn zicht zou belemmeren. Helaas was Ilian zo irritant om daarvan gebruik te maken en gaf me een harde duw tegen mijn buik. Ik hapte naar adem en even later lag ik weer in dezelfde positie als hiervoor. "klop je af?" Ik lachtte naar hem. "Denk je dat echt?" Ilians ogen schitterde en even later rook ik de sterke geur van magie. 'Waag het niet" siste ik, maar Ilian lachtte alleen maar. Kleine, gele flitsjes waren te zien rond zijn handen. Een schok kwam door mijn arm, waar Ilian hem vasthield, en rees door mijn hele lichaam. Ik siste, terwijl ik herinneringen opriep aan het dodelijke sneeuw en het ijskoude ijs. Op Ilians handen begon zich er een dun ijslaagje te vormen, wat zich uitstrekte naar zijn armen, zijn borst, zijn benen. Ilian spande zijn spieren, weer knetterde zijn kleine bliksemschichtjes. Maar voor het ijs brak was ik al onder hem vandaan gekomen, en had hem in een houdgreep genomen. "Beweeg en ik breek je arm" siste ik in zijn oor. Ik liet de druk op zijn arm langzaam toenemen, zorgvuldig oplettend dat hij niet zou breken, maar toch dat het flink pijn deed. "Rustig maar, ik klop af." Reageerde Ilian. Ik liet los. Ilian wreef over zijn arm en keek me aan. 'Nog een ronde?"

'Saai." "Is dat niet de bedoeling van huiswerk?" Zel, die die middag was komen opdagen keek me spottend aan. "De laatste keer dat ik gekeken hebt stond er iets over allemaal officieel gedoe, dat het goed was om te leren en blablabla oftewel saai." Bevestigde Ilian. "Wat is dan het nut ook van... eens kijken, hoe veel oorlogen we al met andere wezens gevoerd hebben? Eens kijken, Mensen staan natuurlijk bovenaan, verder heb je ook nog Rzodalen, Catalopen, Wasingen, Mzaqils natuurlijk... Wie boeit dat? Zolang we er nu maar niet in oorlog mee zijn." "Gaat moeilijk, Wasingen en Mzaqils zijn uitgestorven" merkte Zel droog op. "Zie je? Wat hebben we hieraan? Ik weet heus al dat Fae sterk zijn hoor, dat hoeft me niet nog meer aangewezen te worden met al deze saaie rijtjes van oorlogen. Wat boeit het mij of ene Menish is omgekomen tijdens de Slag om het bevroren bos?" "Die Menish van jou was toevallig wel degene die het Winterhof oprichtte en de eerste Edelheer van het Winterhof." "En?" Zel zuchtte. "En jij vraagt je af waarom je altijd lage cijfers haalt voor geschiedenis?" "Noem je haar cijfers laag? Ze haalt nooit een onvoldoende." Ilian keek op van zijn boek. "In vergelijking met wat ze had kunnen halen dan" "Waarom zou ik uitgebreid voor iets leren waar ik nooit wat aan zou hebben?" "Waarom heb je dan de vragen over de strategie enzovoorts altijd perfect?" "Dat is interessant" reageerde ik. "En dat is belangrijk" Reageerde Ilian. "Met al deze hoven hier, plus andere rare wezens buiten Fae, de mensen, noem maar op, is er altijd ergens wel een gevecht. Het is dan belangrijk om de zwakke en sterke punten van Fae en andere wezens te weten" "Klopt. Nu verder met leren?' Vroeg Zel, terwijl ze weer naar haar boek keek.

"Wist je dat ik Nina hoorde beweren dat de Mzaqils en Wasingen niet uitgestorven zouden zijn?" Dit keer was het Zel die die stilte doorbrak. "Ze zegt dat ze wat heeft gelezen over dat er sommige ontsnapt zouden zijn van de... uitroeing" "Zeg maar gewoon moordpartijen, sorry, ga verder" onderbrak ik Zel droog. "Het waren geen moorden Mynth. Wezens als Mzaqils of Wasingen hebben dat recht niet." "Niet alleen de strijders zijn uitgemoord. Ook de kinderen en degene die nooit hadden leren vechten en in vrede hadden willen leven." "Mzaqils of Wasingen en vrede?" Illian lachtte. "Sinds wanneer heb jij een zwak voor ze? Oh wacht, ze zijn levensgevaarlijk en sterk. Natuurlijk heb je een zwak voor ze." Ik zuchtte. "Ik kom uit een gebied waar veel Mzaqils woonden. Ze waren heus niet allemaal slecht." Beelden flitste door me heen. Stilte. Zel en Ilian keken me verbaast aan. Ik haalde mijn schouders op. "Ga verder, Zel." Ze zouden gevlucht zijn en ondergedoken zitten bij andere wezens als Catalopen of in de gedaante van Fae in verschillende Hoven zijn gaan wonen." Ilian lachte. 'Onzin. Dan hadden we er wel wat van gemerkt, Fae zijn niet dom ofzo." 'De meeste Fae die ik ken zijn dom" Was Zels reactie. Ik haalde mijn schouders op. "Dat is waar.' We keken samen naar Ilian. "Hé, ik heb ook prima cijfers hoor!" Ik knikte. 'Dan is elke fae buiten ons zessen dom." Ons zessen. Ondanks dat we met z'n drieën in mijn woonkamer zaten begrepen we allemaal wie ik bedoelde met "ons zessen". Zel en Ilian knikte bevestigend. "Buiten Diaz dan." ik lachte, weer. "Doe niet zo gemeen." Was Zels reactie, hoewel toch echt haar mondhoeken een beetje omhoog gingen. Een vaak herhaald grapje. Te vaak. Waarom bleef het grappig? Diaz was niet bepaald dom, dat was juist de grap. Gokte ik. "Wie weet, laatst behandelde we met geschiedenis dat er een heel grottenstelsel was gevonden onder een van de dorpen van de Wasingen. Misschien gebruikte ze die om te ontsnappen." "Gewonnen.' ik schrok op van een vierde stem die plotseling van achter me kwam. "Ik had het kunnen weten." Een vijfde. Ik draaide me om. "Sinds wanneer mag iedereen onaangekondigd in mijn woonkamer verschijnen?" Vroeg ik, zuchtend. 'Had je ons maar niet moeten vertellen waar je de sleutels verstopt" Reageerde Amaya spottend, terwijl ze een briefje in haar zak stopte die ze waarschijnlijk van Denzyl had gekregen. 'Waar wedde jullie deze keer om?" Vroeg Ilian, doelend op het briefje. "ik had er vertrouwen in dat jullie deze keer gewoon goed zouden leren." Denzyl zuchtte. "Maar het blijkt dat mijn vertrouwen beschaamd is." "Wat had je dan verwacht met die drie?" Diaz, die de gewoonte had om via het raam naar binnen te klimmen, mengde zich plotseling in het gesprek. "Hé! We hebben vaak ook gewoon goed geleerd hoor!" probeerde ik mezelf te verdedigen. Zel zuchtte. "Aangezien niemand zo beleefd is om gedag te zeggen zal ik maar beginnen. Leuk dat jullie er zijn! Diaz, ik dacht dat jij niet mocht komen?" Ik tilde mijn hand op naar Amaya, die het dichst bij mij stond. "Hoi, ik ben Mynth! Aangenaam kennis te maken." "Hoi, ik ben Amaya!" Zel zuchtte. Diaz grinnikte. "Mijn ouders gooide me in mijn kamer maar vergaten het raam op slot te doen." 'Welk raam heeft nou ook een slot?" Vroeg Denzyl. "Daar gaan we weer" Zuchtte Ilian. Hoewel ook hij grijnsde.

Hoofdstuk 2[]

".... Diaz en Ilian.

Mynth en Zelrahira."

Dat was ook voor het eerst. Ik grijnsde naar Zel, die haar ogen rolde. "Sinds wanneer mogen wij met elkaar?" Fluisterde Ilian, achter me. Ik haalde mijn schouders op. "I don't know. Maar ik zeg er niks van. Straks krijgt hij weer spijt." Ik stond op en liep naar mijn vriendin toe. "Heb ik weer, iemand die zo slecht leert als jij om mee samen te werken." Ik rolde met mijn ogen. "Heb ik weer, iemand die zichzelf zo hoog ziet dat ze alle andere Fae lozers vind om mee samen te werken." "Klopt toch ook?" "Dat is waar, aangezien ik niet onder de term "alle andere Fae" val." Zel grijnste. "Zelrahira en Mynth, eerste waarschuwing." Klonk meneer Tendoms stem er plotseling doorheen. Ik rolde met mijn ogen.

Binnenkort. Niet dat iemand het leest, maar hé, t is niet alsof t zo'n goed verhaal is tot nu toe :P

Advertisement