FanFiction wiki
Advertisement

Schubben van kwarts, banner 2 ❣ ⊱──⋅♠⋅──⊰∘ ☽☸☾ ∘⊱──⋅♠⋅──⊰ ❣

<-- ♦ Even alleen (13) | ♦ Harper (15) ♦ -->

Na jarenlang in vrijwillige ballingschap te hebben geleefd, is Reala gedwongen om weer terug te keren naar de beschaving. De Cancion-elf vindt zichzelf echter zonder geld of goederen op een totaal ander continent dan ze ooit begonnen was. Op zoek naar nieuwe middelen van bestaan, vindt Reala werk als avonturier.

Maar wat begint als een simpele zoektocht naar een vermiste krijger, draait al snel uit op een race naar de klok en een machtstrijd over Phandalins verloren rijkdommen.

Onbekwaam

Schubben van kwarts, De Stenen Heuvel kamer
Algemeen
Auteur Mvs109
Verhaal Schubben van kwarts
Avontuur De verloren mijnen van Phandelver
Lengte 4.561 woorden
Chronologie
Voorafgegaan door Even alleen (13)
Opgevolgd door Harper (15)

Wat vooraf ging:[]

Reala en Aramis hebben hun intrek genomen in herberg "De Stenen Heuvel", maar na een vreemde reactie van Aramis besluit de Cancion-elf dat ze toch liever op een aparte kamer gaat liggen. Misschien had Aramis gewoon even ruimte nodig.

Hoofdstuk 14: Onbekwaam[]

Met weinig optimisme voor wat de dag zou brengen, opende Reala de deur van haar kamer om daar verwelkomd te worden door de gestalte van Aramis die stijf in de houding naast de portier stond. Hij keek haar een moment schichtig aan voor hij een stijve buiging maakte en weer terug in de houding ging staan.

Het enige wat er van zijn gezicht af te lezen was, was een zekere ernst en een redelijke spanning.

'Ook goedemorgen,' zei Reala die had gehoopt dat ze nog een beetje respijt zou krijgen voor ze deze situatie zou moeten oplossen. Het werd haar niet gegund vandaag.

'Goedemorgen, juffrouw,' antwoordde de tabaxi en het klonk alles behalve gemeend. 'Heeft u goed geslapen, juffrouw?'

'Ja, wel redelijk. En jij? Een beetje tot rust kunnen komen?' vroeg Reala.

'Ja, juffrouw.'

Rol deceptie (A) tegen inzicht (R): 4+5 tegen nat 20+5

Er zat een zekere heesheid in zijn stem die Reala niet echt kon overtuigen dat hij de waarheid sprak. Anders was het wel de sterke grip die hij op zijn eigen pols hield die haar niet heel erg prettig leek.

'Sta je hier al lang?' vroeg de Cancion-elf.

'Ik was op u aan het wachten, juffrouw,' zei de tabaxi met nog steeds dezelfde heesheid in zijn stem. 'Als het u schikt, dan zou ik graag mijn excuses willen aanbieden voor mijn gedrag van gisteren.'

'Kom anders even binnen,' zei Reala en ze trok hem zachtjes aan de arm weer de kamer in. Onder haar grip liet hij zich meelijden, maar toen ze hem weer losliet, bevroor hij helemaal. De tabaxi leek zelfs vergeten te zijn dat hij ook nog moest ademen.

'Aramis?' vroeg Reala bezorgd.

'Wat wenst...de juffrouw?' zei hij moeilijk. Hij sloot voor een moment de ogen, alsof hij in pijn was, en had de oren plat op het hoofd liggen. Nog steeds leek hij zich er niet bewust van dat hij nog maar nauwelijks adem haalde.

'Ik wens dat jij weer even lucht in je longen krijgt en wat kalmeert voor je dadelijk tegen de grond klapt,' zei Reala en ze ging iets dichter bij hem staan. De tabaxi opende zijn bed, maar er kwam geen woord uit, nog lucht naar binnen toe. De Cancion-elf pakte hem bij de handen vast.

Rol overtuigen (R) (12): 5+5

'Adem in,' zei ze. Hij reageerde niet.

Rol overtuigen: nat 20+5

'Aramis, adem in,' zei de Cancion-elf nu met meer nadruk en met de goocheling-toverling zond ze een beetje warmte bij hem naar binnen toe. Het had effect. Aramis hapte een keer naar lucht als een vis op het droge en hield toen zijn adem weer in.

'Adem uit,' zei Reala. De lucht ontsnapte met horten en stoten uit de bek van de tabaxi.

'Adem in,' zei Reala weer. Ze voelde de grip van Aramis verstevigen, terwijl hij met gesloten ogen probeerde te doen wat hij zij. Ademen. Ze leek wel het uitersten van hem te vragen. Hij snakte de zuurstof bijna stikkend naar binnen toe.

'Adem uit,' zei Reala weer en ze wreef met haar duim over zijn knokkels.

'Juffrouw...' begon de tabaxi. Hij keek haar een moment aan, voor Reala zijn ogen naar achteren zag rollen, de grip op haar handen verslapten en hij uiteindelijk door zijn knieën zakte. Nog net op tijd wist de Cancion-elf hem op te vangen voor hij de grond zou raken.

'Aramis.'

Geen reactie.

'Aramis!'

Het hoofd van de tabaxi leunde zwaar op haar schouder en Reala moest hard haar best doen om niet door zijn gewicht naar achteren te vallen. In haar nek voelde ze echter wel de warme adem uit zijn neus komen. Hij ademde tenminste weer.

Ze riep nog een paar keer zijn naam, terwijl ze met haar vrije hand zachtjes tegen zijn wang sloeg. Geen van beide hadden echt effect.

Reala schrok op toen Sildar zonder kloppen de kamer in kwam lopen. Zijn hand lag op het heft van een denkbeeldig kortzwaard en hij keek verwilderd rond. De situatie die hij aantrof veroorzaakte alleen maar meer verwarring.

'Wat is er aan de hand?' vroeg Sildar. 'Ik hoorde u roepen.'

'Aramis ging plotseling van zijn eigen,' zei Reala. De krijger hurkte snel bij haar neer en hielp de Cancion-elf om de tabaxi gestrekt op de grond te leggen.

'Arme ziel,' zei de krijger. 'Hij was gisterenavond ook al één bonk zenuwen.'

Rol geneeskunde: 3+3

'Heeft hij nog iets tegen jou gezegd? Ik merkte het gisteren ook al op, maar tegenover mij wilde hij niets loslaten,' zei Reala, terwijl ze controleerde of er niks anders mis was. De tabaxi leek voor de rest echter in prima gezondheid te verkeren.

'Niet echt,' zei Sildar en hij haalde de schouders op. Er leek hem echter iets te binnen te schieten.

'Alhoewel...een paar mannen in de bar zaten hem gisteren wat te sarren. Dat hij een weggelopen kat was en of u zijn baasje was. Dat soort dingen allemaal. Ik kon eerlijk gezegd niet van zijn gezicht aflezen wat Aramis er allemaal van dacht, maar kort daarna ging hij naar bed toe. Volgens mij heeft hij nog de halve nacht lopen ijsberen.'

De blik van de krijger gleed een moment over de Cancion-elf heen. Hij leek haar te peilen. Reala liet hem rustig zijn gang gaan. De vodden verborgen de schubben en haar geheimen zaten veel dieper weggestopt dan Sildar ooit zou kunnen komen.

De krijger mompelde wat onverstaanbaars voor hij Aramis wederom wakker probeerde te schudden. Met een diepe ademteug kwam het lichaam van de tabaxi weer wat in beweging. Hij opende zijn ogen.

De verwarring droop van zijn gezicht tot hij besefte wat er was gebeurd. Daarna was de angst opnieuw in zijn ogen te lezen. Snel ging Aramis overeind zitten. Iets te snel, want ze zagen hem opnieuw tollen.

'Rustig aan, maatje,' zei Sildar kalm.

'Wil je even op bed gaan liggen?' vroeg Reala die voor de zekerheid maar even haar arm achter de rug van de tabaxi hield voor hij weer neer zou gaan.

'Zoals...u wenst, juffrouw,' antwoordde Aramis. Zijn blik gleed van Reala naar Sildar en weer terug. Toen stond hij voorzichtig op, zocht een moment naar zijn evenwicht en ging op de rand van Reala's bedstee zitten. Zijn blik bleef uiteindelijk rusten op de jonge Cancion-elf.

In zijn ogen was niets anders dan verslagenheid te lezen. Was hij zich daar bewust van? Reala betwijfelde het.

'Kan je ons even alleen laten, Sildar? Bedankt voor je hulp trouwens,' zei Reala.

'Geen probleem. Ik zit in de gelagkamer als je me nodig hebt,' zei Sildar en hij liep de kamer uit. Met een zachtje klik viel de deur achter hem dicht.

In de kamer hing nog altijd de geur van vers brood en van beneden drongen het gepraat en gelach nog naar binnen toe. Voor de rest heerste er in de kamer echter een doodse stilte.

Aramis keek haar niet langer aan. In plaats daarvan staarde hij naar zijn handen, terwijl hij zowel zijn hoofd als de schouders liet hangen. Zelfs zijn oren lagen plat op het hoofd en hij had zijn staart om zijn middel geslagen.

Reala bleef voor een moment nog op de grond zitten, benieuwd of hij nog iets ging zeggen, maar wederom bewoog de tabaxi zich nauwelijks meer.

Haar eerdere humeur door de slechte vooruitzichten veranderde in een diepe zorg voor haar reisgenoot. Ze wist niet wat hij door had moeten maken voor ze elkaar ontmoet hadden en hij leek haar niet voldoende te vertrouwen om dat verhaal met haar te delen, maar ze moest toch iets voor hem kunnen doen?

'Een paar dagen geleden zei je dat me dankbaar was voor het feit dat je mij mocht dienen. Wat is er veranderd?' vroeg Reala, terwijl ze naast hem ging zitten. Met een diepe teug zoog Aramis de lucht naar zijn longen, maar dat was dan ook de laatste beweging die hij nog durfde te maken.

Reala zei niets. Ze kon duizend-en-één redenen bedenken waarom hij plotseling zo angstig voor haar geworden was. Duizend-en-één redenen om niet meer samen verder te gaan, maar ze wilde hem geen woorden in de mond leggen, noch hem een simpele uitweg geven waardoor hij zijn ware gevoelens verborgen kon houden.

Maar een eenvoudig antwoord was er blijkbaar niet. Ze zag zijn ogen schichtig heen en weer bewegen, bijna gelijktijdig met een paar onrustige oren en zijn snorharen trilden van de spanning.

De Cancion-elf kroop wat verder naar achteren toe, waardoor ze tegen de wand van de bedstee kwam te zitten. Ze trok haar knieën op en sloeg haar armen om zich heen. De gestalte van Aramis blokkeerde bijna al het licht dat de bedstee inviel.

'Zou het helpen...' begon Reala en ze maakte zichzelf nog wat kleiner, '...als ik je beloof dat je woorden geen vervelende consequenties zullen hebben? Dat je mag zeggen wat je denkt en er niet voor gestraft zal worden.'

Een huivering trok door zijn lichaam heen. Het trok over zijn rug, langs zijn staart en bereikte eindelijk zijn oren die een keer heen en weer schoten. Aramis krabde een keer geïrriteerd aan zijn hoofd. Toen zuchtte hij uiteindelijk een keer diep en wreef hij door zijn gezicht heen.

'Ik zou de juffrouw graag mijn excuses willen aanbieden voor mijn ongelofelijk grove gedrag van gisteravond,' begon de tabaxi en hij wrong zijn staart tussen zijn handen. 'Ik vergat mijn plaats. Het zal niet meer gebeuren, juffrouw.'

Dat was...niet het antwoord waar Reala op gehoopt had. Alhoewel het geen leugen was, was het ook geen aanleiding voor zijn humeur van de avond er voor en de enorme stress die hij in haar nabijheid leek te ervaren.

'Wat is "jouw plaats" in jouw ogen?' vroeg Reala door toen Aramis weer in een stilzwijgen verviel. Dit antwoord kwam veel sneller dan ze verwachtte en de tabaxi keek haar zelfs aan toen hij sprak.

'In uw schaduw als uw dienaar,' zei hij plotseling zeker van zijn zaak, maar toen hij de toon van zijn eigen woorden hoorde, keek hij weer vlug naar beneden toe. 'Als u dat tenminste wenst, juffrouw.'

'Waarom wil je zo graag mijn dienaar zijn? Er zijn vele machtigere lieden in deze regio die je talenten vast beter kunnen benutten dat een verdoemde landloopster.'

Een vluchtige glimlach trok over zijn gezicht. De woorden bleven echter nog altijd wat steken in zijn keel. Hij wierp de Cancion-elf een vluchtige blik toe, waarschijnlijk om haar stemming te peilen, maar ze antwoordde hem alleen maar met een bemoedigend knikje.

Of hij haar helemaal geloofde met de belofte dat hij alles mocht zeggen, wist Reala niet. Of misschien had hij zich wel nooit mogen uitspreken. Hij leek in ieder geval het risico te overwegen en uiteindelijk de aanvaarden.

'Het zal de juffrouw ongetwijfeld zijn opgevallen dat ik mijn diensten als dienaar duur heb verkocht, maar dat deze in de praktijk meerdere malen zwaar tekort zijn geschoten,' zei de tabaxi met een lichte sneer in zijn stem.

'Ik was niet in staat om de aardmannen te intimideren zoals u wenste, noch heb ik opgemerkt dat ze ons in een hinderlaag lokte in de grot zelf of kon ik u maar enigszins helpen op het moment dat ze onze levens bedreigden. In plaats daarvan heeft u alles, met groot gevaar voor eigen leven, zelf moeten oplossen. Als kers op de taart heb ik u ook nog eens gedwongen om het weinige geld dat we bezaten uit te geven aan een extra kamer en heb ik wel kunnen eten, terwijl u in de afgelopen dagen nauwelijks iets gehad heeft,' ratelde de tabaxi en hij kneep weer hard in zijn staat.

Reala kon er niet langer naar kijken. Ze boog zich naar voren toe en trok een van zijn klauwen weg. Aramis leek weer te bevriezen onder haar aanraking.

'Straks breek je je eigen staart nog,' zei ze warm en ze ging weer naar achteren zitten.

'Drie dagen geleden probeerde ik een tabaxi van de dood te redden, maar mijn plan faalde miserabel en in plaats van dat ik hem rustig weer naar het land van de levenden bracht, moest het heerschap in kwestie nogmaals de dood in de ogen kijken. Het zou me niet verbazen als hij er nog nachtmerries over heeft,' zei Reala en ze zag Aramis onbewust een beetje knikken.

'Ondanks dat stond het heerschap er op dat hij met mij mee zou gaan, al was het maar om een niet-bestaande schuld in te lossen,' ging Reala verder. 'Het werd mijn redding. Al snel liep ik in een hinderlaag. De aardmannen zouden me gedood hebben als niet een van hen heel subtiel in de rug zou zijn gestoken. Niet veel later redde hij opnieuw mijn leven, toen mijn magie me verraadde en ik weerloos op de grond lag. De situatie zou enorm geëscaleerd zijn als deze tabaxi niet gelijk actie had ondernomen.'

Een nieuw soort verwarring was in zijn ogen te lezen. Voor de verandering kwam het niet voort uit onbegrip of onmacht, maar uit een zeker bewustzijn waar hij nog geen conclusies over durfde te trekken.

'Ik blunder ook maar wat aan, Aramis,' bekende Reala. 'Maar ik dank mijn leven net zo goed aan jou als jij aan mij.'

'De juffrouw...' begon de tabaxi, maar de woorden bleven steken in zijn keel en hij slikte een keer moeilijk.

'Waarom wil je mij specifiek zo graag dienen? Omdat ik je leven heb gered?' vroeg Reala wederom.

Aramis zat nog altijd met een rechte rug op de rand op het bed, maar zijn staart durfde hij voor een moment met rust te laten. Reala's benen begonnen te slapen door de ineengedoken houding. Ze rekte zich uit en ging in kleermakerszit zitten.

'De juffrouw zal me moeten excuseren voor mijn onbekwaamheid in conversatie, maar het ontbreekt mij aan de kennis om uw vraag te beantwoorden zonder daarbij bijzonder informeel over te komen,' zei de tabaxi.

'Je maakt me eerlijk gezegd ontzettend nieuwsgierig naar hoe jij bent in informele sferen,' zei Reala met een flauw glimlachje op de lippen. 'Klaag je dan bij steen en been? Vloek je als een ketter? Praat je in plat dialect?'

'In het beste geval zouden we geslagen worden met stokken mocht de kamerheer ons betrappen op roddelen, klagen of vloeken,' antwoordde de tabaxi op zo'n luchtige toon dat het Reala de rillingen gaf.

Ze kreeg een flauw glimlachje van hem terug voor hij zijn staart weer pakte. Hij herinnerde zich echter Reala's woorden en legde het ding weer naast zich neer.

'Als de juffrouw zo goed wil zijn om mijn informele taalgebruik te negeren...,' begon de tabaxi en hij zocht naar een manier om zijn spanning kwijt te raken. Hij begon wat aan zijn klauwen te frunniken.

'Ik moet de juffrouw eerlijk bekennen dat mijn motivaties voornamelijk gebaseerd zijn op egoïstische en vreselijk naïeve gronden. Ik ben op deze vlakte gezet om anderen te dienen en ik heb in de afgelopen zevenendertig jaar niets anders gedaan dan dat. Het is echter zo dat de verhalen van de barden en minstrelen mij deden verlangen naar de wereld buiten mijn meesters muren. Het gras aan de overkant is immers altijd groener.'

Hij liet het hoofd voor een moment hangen voor zijn blik naar het raam gleed.

'Ik kreeg...een kans om elders opnieuw te beginnen. Ik was echter zo naïef om te denken dat ik net als ieder ander een kans had om een goede avonturier te worden, zoals de sagen van minstrelen verhaalden. De realiteit haalde me echter gelijk in. Ik vergat mijn plaats, een fout die ik, zoals u gemerkt heeft, wel vaker maak en heb toen getracht om terug te keren naar het leven dat ik kende, zijnde dat van een dienaar. Ik vond werk in Mirabar, in de huishouding van een van de edellieden, maar ik spreek de taal niet, noch begreep ik iets van de gebruiken der dwergen. Daarna heb ik mijn geluk nogmaals beproefd in Luskan en Nimmerwinter, maar wederom zonder succes.'

De verslagenheid was zodanig diep dat Reala het van heel zijn lichaam af kon lezen. Het gevoel was haar maar al te bekend en het liefste had ze hem nu in een warme omhelzing genomen, een gebaar waar ze zelf zo vaak naar verlangd had, maar ze betwijfelde of Aramis het op prijs zou stellen. Hij leek niet zo dol te zijn op lichamelijk contact.

'Zonder verblijfplaats en met de winter in aantocht besloot ik richting warmere streken te trekken. Een paar lieden raadden me aan naar het Kaarsenkasteel te reizen en eerlijk gezegd was dat ook mijn laatste hoop. Ik werd echter overvallen en nu, de rest weet u.'

'Waarom wilde je naar het Kaarsenkasteel?' vroeg Reala. 'En wil je daar nog heen?'

Aramis ademde een keer diep in en uit.

'De juffrouw moet begrijpen dat de tabaxi tegenover haar altijd al onbekwaam is geweest in, onder andere, het inschatten van diens eigen talenten, verantwoordelijkheden en intelligentie,' ging Aramis verder. Hij slikte een keer moeilijk. 'Er was een magiër aan het hof van mijn schepper aanwezig. Een magiër of een tovenaar, ik durf het niet eens met zekerheid te zeggen, maar...ik was nieuwsgierig naar de wereld achter zijn deuren. Hij kon zichzelf overal laten verschijnen en verdwijnen waar hij wilde en hij toverde allerlei wezens uit het luchtledige tevoorschijn...'

'En in het Kaarsenkasteel wemelt het van de magiegebruikers die wellicht een ijverige leerling kunnen gebruiken,' concludeerde Reala. Aramis sprong bijna van ontzetting uit de bedstee.

'Dienaar, juffrouw! Dienaar,' zei hij stellig. 'Ik ben niet zó arrogant om te denken dat ik ook maar enige talent heb voor de occulte wetenschappen. Ik ben van oorsprong slechts een simpele lakei, juffrouw. Ik kan niet eens lezen.'

'Ah, dat is een handige om te weten,' zei Reala. 'Maar bood je diensten dus aan mij aan, omdat ik in feite een magiegebruiker ben en omdat je hier graag meer te weten over wilt komen?'

Aramis twijfelde een moment, maar knikte toen weinig toegefelijk. Met een onzeker gebaar ging hij weer op de rand van de bedstee zitten.

'Als dienaar,' benadrukte hij nogmaals. 'Niet als leerling, juffrouw.'

'Kan je me ook uitleggen waarom je soms zo doodsbang voor me lijkt te zijn? Zoals net toen je van de spanning tegen de grond klapte,' vroeg Reala. De tabaxi liet het hoofd weer hangen.

'Ik wil niet nogmaals weggestuurd worden, juffrouw,' bekende hij fluisterend.

'Is dat de reden of ben je bang dat ik je door de reden weg zal sturen?'

'Dat is de reden, juffrouw.'

Zowel de Cancion-elf als de tabaxi vervielen in een lang stilzwijgen dat enkel doorbroken werd door de geluiden van beneden. Voor een moment werd er nog op de deur geklopt en stak het hoofd van Sildar even om de hoek om te kijken of alles nog goed was. Hij sloot de deur niet veel later na wat woorden van geruststelling.

Reala's lichaam begon nu echt stijf te worden van het ineengedoken zitten. Ze verschoof een beetje om languit in de bedstee te gaan liggen en slaakte een diepe zucht. De blik van Aramis ging voor een moment vluchtig over haar heen voor hij zijn ogen weer op het raam richtte.

Ze besloot de blik maar even te negeren, maar tussen haar vingers testte ze voor de zekerheid tot even de kracht van de sinisterstoot. Het voelde nog altijd krachtiger aan dan de bedoeling was.

'Hé Aramis,' begon Reala en ze zag hoe de tabaxi zijn oren op haar spitste. 'Een hond zit vastgebonden aan een stuk touw van zes meter lang. Hoe kan hij het bot zeven meter verderop bereiken?'

Ze zag zijn mond de vraag geluidloos herhalen voor hij een keer vragend de kamer rond.

'Het touw zit nergens aan vast...?' antwoordde hij na een paar tellen om er vervolgens nog een "juffrouw" achteraan te plakken.

'Wat behoort aan jou toe, Aramis, maar wordt door anderen meer gebruikt?' vroeg Reala door.

'Ik bezit niets, juffrouw, behalve wat u me...mijn naam!' zei de tabaxi en een brede glimlach trok over zijn gezicht. Hij draaide zich weer meer naar haar toe en keek haar recht in de ogen. Zijn lach was aanstekelijk en Reala voelde haar eigen mondhoeken ook al omhoog gaan.

'Een krijger besluit dat hij zijn haar eens wil laten knippen. In zijn dorpje wonen twee kappers met ieder hun eigen zaak. De ene winkel was rommelig en de kapper zag er wat sjofel uit met zijn vieze kleren, ongetrimde baard en slecht geknipt haar. De andere winkel was erg schoon en deze kapper was goed geschoren, netjes gekleed en zijn haar was goed geknipt. Naar welke kapper ging de krijger?'

De glimlach maakte gelijk plaats voor een diepe overpeinzing van de situatie. Al brommende herhaalde Aramis de delen van het raadsel die hij zo snel onthouden had. Om hem een beetje te helpen, vertelde Cancion-elf haar raadsel nogmaals. Of het hem veel bracht, durfde ze niet te zeggen.

'De eerste kapper?' zei Aramis uiteindelijk met een halve vraag in zijn stem. 'Omdat ze elkaars haar zouden moeten knippen? En omdat de eerste kapper het misschien te druk heeft om op te ruimen? Is dat correct, juffrouw?'

'Je bent lang niet zo dom als je zelf lijkt te denken. Wist je dat, Aramis?' zei Reala met een flauw glimlachje en ze klom uit de bedstee, omdat ze genoeg had van het donkere hol.

'Dank u, juffrouw,' antwoordde de tabaxi schuchter terwijl hij voor Reala aan de kant ging en naast de bedstee in de houding ging staan.

'Maar weet je wat een beetje het probleem is, Aramis?' zei Reala en ze strekte zich even goed uit. 'Een landloopster met een lakei is een beetje hetzelfde als een aap met een gouden ring. Het is een beetje belachelijk.'

De tabaxi knikte somber.

'Ik kan jagen,' opperde hij voorzichtig. 'En als de juffrouw zo goed wilt zijn om mij nog een kans te geven, dan zal ik ook mijn kunde in het zwaard en met de boog trachten te verbeteren of enige andere vaardigheid die de juffrouw kan gebruiken.'

Reala ijsbeerde een beetje door de kamer heen, terwijl ze in haar achterhoofd haar plannetje verder begon uit te werken. De vraag was alleen of Aramis het ook zag zitten.

'Zou je alleen leren om mij te behagen of zou je zelf ook nieuwe dingen willen leren?' vroeg de Cancion-elf. Ze zag de tabaxi twijfelen over het antwoord.

'Als je alles zou kunnen leren, waarop zou je je dan als eerste richten?' vroeg Reala. Ze zag Aramis bijna blozen onder zijn vacht. Met een schuchter glimlachje keek hij een keer om zich heen voor hij zijn blik weer op de grond richtte.

'Vergeet heel even je zogenaamde "plaats". Wat wil je leren?' drong Reala bemoedigend aan.

'De Tovenaarshand,' flapte Aramis er uit. 'Juffrouw.'

'Ah, toch een beetje een tovenaarsleerling in de dop?' plaagde Reala hem.

De tabaxi wist voor een moment niet waar hij het moest zoeken en leek nu wel door de grond te willen zakken van schaamte. Zijn blik gleed van de deur naar het raam, maar Reala positioneerde zich tactisch voor zijn neus zodat hij het niet plotseling op het rennen zou zetten.

'Dat is toch niets om je voor te schamen?' zei de Cancion-elf. Aramis zei niets. In plaats daarvan keek hij weer naar de grond. Zijn snorharen trilde van de spanning. Reala zuchtte.

'Je meester was geen voorstander van magie?' vroeg Reala.

'Jawel, juffrouw,' zei Aramis en hij zuchtte een keer. 'Maar het was slechts weggelegd voor de getalenteerde onder de adelstand. Zelfs de persoonlijke bedienden van de magiër aan ons hof bestonden uit edellieden en als simpele lakei diende ik me er op geen enkele manier mee te bemoeien, tenzij dat van mij gewenst werd.'

'Wat niet vaak voorkwam, neem ik aan?'

'Driemaal totaal. Eenmaal om de magiër zijn diner te brengen toen zijn gebruikelijke assistent ziek was en de andere tweemaal om...' Aramis' stem verstomde aan het einde van zijn zin. Hij wreef een keer over zijn nek voor hij weer in de houding ging staan.

'Bij ons is het net andersom,' vertelde Reala en ze ging weer op de rand van de bedstee zitten. Met haar hand tikte ze op het matras, zodat de tabaxi naast haar kwam zitten. Helemaal op zijn gemak voelde hij zich nog niet, maar hij was een stuk kalmer dan eerst.

'Ik kom van oorsprong uit een elvenkoninkrijk. Alhoewel lang niet iedereen een tovenaar of magiër is, kent eigenlijk iedereen wel een toverling of twee, omdat elven van nature uit al vrij gevoelig zijn voor magie. Het hele dagelijks leven is in principe afgesteld op dat feit,' vertelde Reala.

'Lha Masifnia,' mompelde Aramis tussen neus en lippen door.

'Ja? Hoe ken jij die term?' vroeg Reala verbaasd.

'Een jaar of tien...of vijftien was er een minstreel op bezoek aan ons hof. Hij droeg een lied voor over de "overgevoeligheid der elven". Het was nu niet bepaald flatteus nummer naar uw ras toe, dus ik zal u de verdere inhoud besparen, juffrouw' zei Aramis snel.

'Dan heb je dat tot de uitspraak toe goed onthouden,' zei Reala. De tabaxi haalde zijn schouders op.

'Het had een pakkend ritme,' zei Aramis simpel. Reala grinnikte een keer.

'Volgens mij zou jij een prima secondant zijn,' zei ze.

'Excuseer, juffrouw?'

'Zoals ik al zei, heb ik eigenlijk helemaal niets aan een lakei in deze situatie,' begon Reala en ze zag de tabaxi ineen krimpen.

'Maar als je wilt, leid ik je op tot mijn secondant. Mijn mama is een machtige magiër en van haar persoonlijke dienaar verwacht ze me meer dan dat hij wist hoe ze haar thee wilde hebben. Hij moet weten hoe hij het labratorium schoon moet houden en hoe experimenten voorbereidt moeten worden. Hij moet weten waar de spullen liggen die ze vaak nodig heeft, hij moet de gevaren van de magie herkennen en hij moet in staat zijn haar te beschermen als de zaken mis gaan. Om deze reden is een secondant zelf ook een leerling in de magische kunsten. Mijn papa was heel lang mijn mama's secondante voor ze trouwden.'

'Juffrouw...ik...'

'Geen excuses. Vlak voor mijn vertrek heeft mijn mama een zeventigjarige mensenvrouw als secondante aangenomen. De vrouw was hoerendochter, analfabeet, kende geen enkele toverling of was ook maar ooit in de buurt van een elf geweest. Haar kennis van kruiden en alchemie was echter fenomenaal,' zei Reala.

'Jij hebt ook je talenten, Aramis. Je bent trouw en je bent dapper en dat is op het moment hetgene wat ik het beste kan gebruiken. De rest kan ik je allemaal leren en anders zoeken we wel iemand die ons beide wat wijzer kan maken. Er komt alleen een hoop studie, training en discipline bij kijken en ik weet niet of je dat ziet zitten.'

De tijd leek gestopt te zijn voor de tabaxi. Hij keek haar aan, met een open snijtandloze bek en ogen zo groot als schoteltjes. Duizenden gedachten leken door zijn hoofd te spoken, maar geen enkele nam vorm aan, noch wisten ze een connectie te maken met alle emoties die van zijn gezicht af te lezen waren.

'Je mag er best even over nadenken als je wilt,' opperde Reala. De tabaxi schudde stellig zijn hoofd. Toen knielde hij voor haar neer en nam haar handen in de zijne.

'Nee, juffrouw,' zei hij vastberaden. 'Al zou ik als Icarus ter aarde storten, dan heb ik alsnog mogen vliegen. Deze kans laat ik niet aan mij voorbij gaan.'

Wordt vervolgd[]

Reala en Aramis bezoeken een van de winkels om te kijken of ze aan wat nieuwe kleding kunnen komen, maar ze blijken te weinig geld te hebben. De priesteres Garaele heeft wel wat goud over voor een stel avonturiers die voor haar een queeste kunnen voltooien.

Dat en nog meer in het volgende hoofdstuk: Even alleen (13).

Schubben van kwarts, smalle banner 2
Advertisement