 |
Leeswaarschuwing! | |
|
Spoilers voor de Zang van de Storm serie! | ||
Roosceder (Engels: Rosecedar) is een kleine lichtrode poes met ambergele ogen.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Persoonlijkheid[]
Roosceder is geliefd door al haar Clangenoten. Ze wordt gerespecteerd en is zeer getalenteerd in haar medicijnkattaken. Ze is heel behulpzaam en ijverig en laat nooit een klusje staan. Ze rust alleen uit wanneer er niets meer te doen is en zelfs dan weet ze nog veel zaken uit te voeren.
Roosceder is zeer opgewekt wanneer ze haar patiënten behandelt en verzorgt. Ze gebruikt haar kruiden goed en haar optimisme beurt haar Clangenoten op. Wanneer een moederkat bevalt is ze heel rustig en lief en doet ze bijna alles wat de moederkat haar vraagt. Gewonde katten verzorgt ze vastberaden en opgewekt.
Roosceder is geen uitmuntende kruidenzoeker, maar doet het goed en meestal vind ze de juiste kruiden. Waar ze wél goed in is, is het juiste aantal kruiden meebrengen. Ze heeft graag orde in het medicijnhol, en wanneer haar mentor Heemstroos kruiden laat rondslinger is zij er meteen om alles op te ruimen en op z'n plek te leggen.
Relaties[]
Met haar ouders is Roosceder erg hecht. Ze trekken vaak op, al heeft Beukster het drukker dan Lijsterzang. Vaak gaat Roosceder kruiden zoeken met de hulp van haar moeder, en wanneer een vrouwtjeskat bevalt staat haar moeder ook altijd klaar om te helpen. Beukster is erg trots op Roosceder als zijn medicijnkat en wanneer Roosceder een voorspelling heeft staat Beukster altijd klaar.
Met haar nestgenoten is Roosceder erg hecht. Ze gaan vaak samen op pad en Magnoliaceder en Leeuwenvonk leerden Roosceder graag jagen, al bakte ze er niets van. Roosceder geniet van haar momenten met haar broer en zus en als kittens deden ze alles samen. Zo waren ze ook ontdeugend. Magnoliaceder en Leeuwenvonk beloofden hun zus dat ze op een dag op reis zouden gaan en avonturen zouden beleven, maar dat is nooit gebeurt. Roosceder stierf zonder nestgenoten bij zich op het donderpad. Alleen in het bittere einde.
Haar oudere zussen waren erg gesteld op Roosceder, al trokken ze niet dagelijks met elkaar op. Als Roosceder's mentor was Heemstroos degene die het meest tijd doorbracht met haar. Ze hadden een hechte relatie en Heemstroos was heel vol over haar leerlinge, die ongelooflijk medicijnkattalent had en volgens haar nog grootser zou worden dan Sneeuwzang zelf. Vlekkestorm was nog jong toen ze stierf door de beet van een adder, en Roosceder en haar broer en zus waren nog jonge kittens toen het gebeurde. Ze waren net als hun moeder en vader, Lijsterzang en Beukloof, diep bedroefd over de dood van hun oudere zus, al wisten ze nog niet goed waarover het allemaal ging door hun jonge leeftijd. Braamkit kenden ze al helemaal niet, sinds hij zeer jong was toen hij kwam te overlijden en Leeuwenkit, Rooskit en Magnoliakit toen nog niet eens geboren waren.
Rooskit en Moeraspoot waren goede vrienden en Moeraspoot liet het kleine roste poesje veel zien van het krijgsleven in de hoop dat ze ooit samen zouden trainen en zij aan zij zouden vechten. Daar kwam nooit iets van waar. Moeraspoot moest zijn stiekeme genegenheid en misschien wel liefde voor Rooskit achter de rug laten toen Roospoot het pad van een medicijnkat koos en opgeleid werd door haar oudere zus. Desondanks zocht Moerassnor de mooie medicijnkatleerling vaak op, hielp hij haar en gingen ze vaak op stap, en won uiteindelijk haar hart voor zich. Zo begon hun geheime liefde. Vaak zouden ze elkaar ontmoeten diep in de nacht, wanneer geen enkel paar ogen toekeek en niemand hen zou ontdekken. Maar dat duurde niet lang. Na een tijd werden ze roekeloos, en toen Roospoot's zus Magnoliapoot en haar vriendin Hazelpoot hen betrapten raakte Roospoot in paniek en zei ze afschuwelijke dingen tegen haar zusje. Gelukkig nam ze die al gauw terug, op voorwaarde dat zij haar liefde met Moerassnor geheim zouden houden. En dat deden ze. Maar geen enkel geheim kan het overleven, hoe veel katten er ook over waken. Na een aanval van de DonderClan bij de grens en het donderpad, jagen Roospoot en Moerassnor achter de wegvluchtende DonderClankatten aan. Ze werden aangereden door een monster. Moerassnor was op slag dood, maar Roospoot leefde nog. In haar laatste momenten schonk haar oudere zus haar haar volledige naam; Roosceder, zodat het lichtroste poesje als een echte medicijnkat bij haar voorouderen kon leven. Al vroeg Roosceder vergeving om haar liefde voor Moerassnor en haar overtreding van de krijgscode; ze zou altijd van Moerassnor houden. Voor en na de dood.
Hazelpoot was een goede vriendin van jonge Roospoot. Die laatste was nog maar een jonge leerling toen Hazelpoot een echte Clankat werd en dus haar clangenoot. Al gauw werden ze vriendinnen, en ze vertrouwden elkaar. Desondanks was Roospoot bang toen Hazelpoot samen met Magnoliapoot haar betrapte met Moerassnor, maar toen het geheim niet bekendgemaakt leek kwam Roospoot's vriendschap voor Hazelpoot terug. Wilgkit was gefascineerd door Roospoot en haar taak in de Clan, dus kwam hij haar vaak opzoeken in de hoop ook ooit een medicijnkat te kunnen worden. Maar zijn droom versplinterde zodra hij krijgsleerling werd gemaakt en Roospoot de positie had die hij zo graag wou. Maar hij respecteerde haar en wist dat het haar schuld niet was, wat Roospoot erg bewonderde. Zo leerde ze hem alles over kruiden en medicijnen, maar diep vanbinnen wist ze dat ze hem bedroog. Ze deed dit zodat zij op een dag weg kon rennen met Moerassnor en zodat hij haar taak zou kunnen nemen. Ze zag hem als een redding en gebruikte hem als een houten boomstam in de rivier, klaar om haar uit de problemen te helpen. Meer kon Wilgpoot niet aan en hij stopte haar op te zoeken. Maar toen ze doodging wist ze dat Wilgpoot nu eindelijk zou krijgen waar hij al manenlang van droomde, en dat hij zijn hart en ziel zou schenken aan de positie van een medicijnkat. Iets wat zij nooit had kunnen doen.
Rollen[]
Rooskit is samen met Magnoliakit en Leeuwenkit het tweede nestje van de moederkat Lijsterzang. Samen met Kersenlicht's jongen Echokit en Varenkit leven ze in de kraamkamer. Ze zijn nog heel klein wanneer Ada aankomt in het kamp en de profetie van Storm de ronde doet, dus weten ze er weinig meer van.
Roospoot is nu medicijnkatleerling, en hetzelfde geld voor Leeuwenpoot en Magnoliapoot. Ze is heel ijverig en doet haar taken als medicijnkat goed. Heemstroos is dol op haar.
Roospoot doet haar taken erg goed en zorgt enorm getalenteerd voor de Clan samen met haar mentor. Heemstroos geeft haar alle vertrouwen, maar weet niet dat Roospoot stiekem verliefd is op Moerassnor en ze elkaar in het geheim ontmoeten wanneer bijna alle katten slapen. Ze wordt wel betrapt door Magnoliapoot en Hazelpoot, maar zij houden het geheim. Aan het einde van het boek jaagt Roospoot samen met haar geliefde Moerassnor enkele DonderClankatten het donderpad over en worden aangereden. Moerassnor sterft op slag maar Roospoot leeft nog en smeekt Heemstroos om vergeving voor haar liefde voor Moerassnor. Heemstroos geeft Roospoot haar krijgersnaam - Roosceder - en stuurt haar naar de SterrenClan, jammerend dat ze dit nooit wou.
Nu Roosceder dood is komt ze niet meer voor. Wel wordt ze genoemd. Wilgpoot neemt nu haar taken deels op zich en is medicijnkathulpje, maar nog geen medicijnkatleerling en heeft nog steeds krijgstraining.
